Zoals ontvangen door
Marshall Vian Summers
op januari 21, 2008

Luister naar de origineel gesproken openbaring:

Download (Klik rechts om te downloaden)

De angst voor de dood is een zeer wijdverbreide angst. Hij geeft aanleiding tot bezorgdheid over de toekomst, over het vooruitzicht van toekomstig verlies. Hij leidt tot een buitensporige nadruk op persoonlijke veiligheid en zekerheid. Hij beïnvloedt de perceptie van mensen, hoe zij hun leven en hun toekomst en de hele wereld zien. Het is de hoge prijs van bewustzijn. En de angst voor de dood gaat gepaard met het verlies van vrede en gelijkmoedigheid.

Dit is de hoge prijs die je betaalt als je je bewust bent van je toekomst en je bewust bent van het proces van leven en dood. Dieren hebben natuurlijk instinctieve waarschuwingssignalen en zullen uitwijken als ze direct gevaar voelen. Maar ze maken zich geen zorgen over hun toekomstige dood of over al die talloze mogelijkheden dat hen iets kan overkomen.

Dit is de last van het besef van leven en dood. Het is de prijs die men betaalt voor een groter bewustzijn in een wereld van verandering. Het is de moeilijkheid waarmee een eeuwig wezen wordt geconfronteerd wanneer het in een tijdelijke werkelijkheid leeft.

Veel van wat religie benadrukt, heeft te maken met de realiteit van de dood, de betekenis van het hiernamaals en hoe men dit fundamentele conflict, deze fundamentele paradox tussen de realiteit van het innerlijke spirituele leven en de sterfelijkheid in de wereld, kan oplossen.

Dit is het brandpunt geweest voor religie en filosofie, voor sociale wetenschappen en voor het menselijk denken en de menselijke beslommeringen. Het is de bron geweest van enorm veel leed. Het is datgene wat mensen ervan weerhouden heeft om in het moment te leven, aanwezig te zijn in het moment en de diepere stem te vinden die God in hen heeft geplaatst om hen te leiden en te beschermen en hen naar grotere prestaties in het leven te leiden.

Het deel van jou dat in de wereld is geboren en door de wereld is geconditioneerd en opgeleid, is voortdurend bang voor de dood, en niet alleen voor het verlies van je fysieke voertuig, je fysieke lichaam, maar ook voor het verlies van alles wat je waardevol vindt: het verlies van je rijkdom, het verlies van je privileges, het verlies van je kracht, het verlies van je onafhankelijkheid, het verlies van je relaties, het verlies van je huis, het verlies van je bezittingen. Dit is zo overheersend dat het bepaalt hoe mensen zullen leven, hoe ze op de wereld zullen reageren en wat ze wel en niet zullen doen om zich voor te bereiden op de toekomst.

De nadruk op de dood vind je overal om je heen: in de media, in de berichtgeving over vreselijke gebeurtenissen overal ter wereld, in de zorg van rijke mensen voor hun gezondheid en hun fysieke overleving, en in de grote gevaren waaraan het steeds groeiende aantal arme mensen in de wereld wordt blootgesteld door hun fundamentele gebrek aan veiligheid en aan de beschikbaarheid van essentiële middelen.

Het is waar dat mensen meer gefocust zijn op de dood dan op het leven. Ze zijn al meer dood dan dat ze leven. Daarom wordt hun wereldse geest voortdurend gedreven door het verlangen om steeds meer te hebben – zelfs meer dan redelijk is – om zo de angst en onzekerheid te onderdrukken die zo fundamenteel zijn voor het leven in een tijdelijke realiteit. Mensen zijn zo bang om te sterven omdat ze, ongeacht hun religieuze overtuigingen en geruststellingen, denken dat ze alles verliezen. Ze denken dat ze alles op het spel zetten, alsof er aan de andere kant niets is of alsof het zo teleurstellend zal zijn, zo onbeduidend in vergelijking met wat ze nu hebben.

De realiteit van de dood is zo aanwezig bij mensen, zelfs op een onbewust niveau, dat ze echt moeite hebben om van het leven te genieten. Ze sterven duizend-en-tienduizend keer door hun zorgen en angsten, door hun vrees, door hun schrik, door hun ontkenning, door hun vermijdingsgedrag, door hun dwangmatige consumptie. Ze sterven keer op keer, alsof het leven niets meer is dan een poging om de onvermijdelijke dood te verzachten.

Maar zie je, je bent de wereld ingezonden voor een groter doel, en dit grotere doel is wat je leven verlicht, wat het waarde en betekenis geeft, doel en richting. Degenen die je hierheen hebben gezonden, weten dat dit als een soort dienstreis is; het is tijdelijk. En het is belangrijk dat het leven in het fysieke tijdelijk is, omdat het fundamenteel moeilijk is.

Zelfs als je zoveel rijkdom vergaart dat je nooit het bewijs van menselijk lijden en dood ziet, wat een nogal absurde bestaan zou zijn, zelfs als je je geest zo conditioneert dat de angst voor dood en verlies een minimale invloed op je heeft, leef je nog steeds in een zeer gecompromitteerde omgeving – een omgeving van voortdurende verandering, voortdurende aanpassing, voortdurende probleemoplossing, voortdurende heronderhandeling over wat je moet doen, waar je heen moet, hoe je met mensen omgaat, hoe je met situaties omgaat, hoe je met jezelf omgaat.

Voor de ziel is het als een dienstreis. Het is als een missie. Het is alsof je van een prachtige plek naar een moeilijke plek gaat om een bijdrage te leveren. Dat betekent het voor je ziel om in de wereld te zijn. Omdat je leeft in je geest, die in de wereld is ontstaan en door de wereld is geconditioneerd en zich met de wereld identificeert, beheersen het spook van verandering, het spook van verlies, alle realiteiten van het leven die hier zo kunnen worden uitvergroot, je nu volledig. En verdriet en verlies en rouw zijn hier onvermijdelijk.

Als je echt probeert om zonder angst te leven, hoe kun je dan nog ergens van houden – van een persoon, een plek, de natuur, een bezit, een ervaring? Ze zijn allemaal tijdelijk, zie je. Op een gegeven moment zul je ze niet meer hebben, in ieder geval niet hier. En wat je relaties betreft, je zult ze zeker weer tegenkomen, maar onder heel andere omstandigheden, en je weet niet wat die zijn.

Wat je weer tot leven brengt, is de Kennis in jezelf, de grotere Geest die de Schepper je heeft gegeven en het doel waarvoor je bent gekomen, dat veilig is opgeslagen in de Kennis in jezelf en dat geleidelijk aan naar boven zal komen als je begint te bewegen in een ware richting in je leven.
Het is niet zo dat het besef van de dood of de angst voor de dood hier volledig verdwijnen. Ze worden overschaduwd door iets dat veel significanter en veel belangrijker is. Want zonder dit grotere doel, zonder deze grotere Intelligentie in jezelf, wordt het leven een strijd om te overleven, een wanhopige poging om tijdelijke genoegens veilig te stellen en te behouden, een zoektocht naar macht, een strijd, een competitie.

Hoe je het ook bekijkt, het is hopeloos. Het is fundamenteel ellendig. Het is fundamenteel onzeker. Het is fundamenteel vol angst. Je kunt doen alsof en proberen al deze dingen op afstand te houden, geloven in en je overgeven aan wat je wilt en wat je hebt en het vooruitzicht op meer enzovoort. Maar van binnen ben je bang. Je bent op de vlucht, in een poging de waarheid en de realiteit in jezelf een stap voor te blijven.

Daarom kunnen mensen niet stilzitten. Daarom hebben mensen voortdurend prikkels nodig. Daarom moeten mensen elk moment dat ze wakker zijn bezig zijn, zodat ze hun toestand niet hoeven te voelen. Omdat ze nu niet bij zichzelf kunnen zijn, omdat ze nu nergens echt bij kunnen zijn, moeten ze van het ene naar het andere ding rennen. Ze moeten voortdurend in gesprek zijn en voortdurend prikkels krijgen.

Dit is echt een teken van wanhoop, of iemand nu rijk is of arm. Ze lopen wanhopig weg van zichzelf. En daardoor lopen ze weg van het enige dat hen zou kunnen redden, hen zou kunnen dienen, hen zou kunnen sterken en hen het grote tegengif voor angst zou kunnen geven.

Kennis in jou, de diepere Geest in jou die jouw ware en permanente realiteit vertegenwoordigt, is niet bang. Ze heeft echter één zorg en dat is dat je haar niet zult volgen, dat je geen aandacht aan haar zult schenken, dat je geen stappen zult ondernemen om je van haar bewust te worden en je relatie met haar te herstellen. Haar enige zorg is dat ze je niet kan bereiken.

Deze bezorgdheid is iets anders dan angst. Het gaat er eigenlijk om dat je een geweldige kans in het leven verspeelt. Als je in dit leven de Kennis in jezelf niet vindt en volgt, ga je naar huis, naar je Spirituele Familie, met je gaven ongebruikt, met je cadeaus ongeopend, en keer je terug naar je leergroep, die aan jou is toegewezen, en besef je: “O mijn god. Ik heb het niet gedaan. Ik heb niet gegeven wat ik wilde geven. Ik heb niet gedaan wat ik wilde doen. Ik ben het vergeten. Ik wil teruggaan. Wanneer kan ik teruggaan?”

Welnu, dan moet je wachten op de juiste tijd, op de juiste gelegenheid, op de juiste verbintenissen. En misschien word je niet eens aan deze wereld toegewezen. Misschien moet je naar een andere wereld gaan. Misschien zul je een lange tijd moeten wachten.

Je verlangt er zo naar om te geven wat je wilt geven, om je realiteit, je permanente realiteit, vast te stellen in je bewustzijn terwijl je in een tijdelijke realiteit leeft. Dit is zo belangrijk. Je beseft het. Je ziet het. Het is zo duidelijk als wat. Je weet dat het waar is. Nu je bevrijd bent van alle angsten en zorgen over verlies en overleven en verwerven en plezier en rijkdom enzovoort, straalt je ware doel als de zon.

Maar hier in deze wereld, op dit moment, wordt de zon verborgen door vele wolken. Deze wolken zorgen voor grote verwarring, grote angst, groot lijden en een grote verspilling van je tijd en energie, een verkeerd begrip van het doel van je relaties, en een verspilling van je middelen.

God heeft je een tegengif voor angst gegeven. Het is een tegengif voor alles wat je bezighoudt en je bang houdt, je wanhopig houdt, je op de vlucht houdt, je laat proberen te ontsnappen, je verslaafd houdt en een slaaf van andere krachten. Maar om het te vinden, moet je terugkeren naar jezelf. Je moet stoppen met je wanhopige pogingen. Je moet jezelf afremmen. Je moet een opening in je leven creëren en dit blijven doen om in de loop van de tijd je fundamentele relatie met Kennis te herstellen, wat je fundamentele relatie met jezelf is en daardoor ook je relatie met God.

Je kunt niet tot God komen als een wanhopig, uitzinnig persoon die overweldigd wordt door angst en bezorgdheid of woede, verontwaardiging en vooroordelen. Met deze houding, in deze toestand, zul je naar een andere god gaan. Je kunt niet op deze manier naar God gaan, omdat je dan niet in staat zult zijn om de aanwezigheid van God in je leven te ervaren, die je alle geruststelling zal geven die je nodig hebt en je eraan zal herinneren dat je hier slechts tijdelijk bent en dat je leven in de wereld, ongeacht je omstandigheden, in werkelijkheid een enorm offer is om hier te zijn. Het is niet te vergelijken met je Aloude Thuis.

Maar wanneer je de aanwezigheid van God ervaart, wanneer je de realiteit van Kennis in jezelf ervaart, dan heb je deze herinneringen. Je hebt deze ervaringen. Je hebt het gevoel dat ‘Nou, mijn leven eigenlijk om iets anders draait, en ik moet uitzoeken wat dat is, en ik moet volgen wat mij gegeven is om uit te vinden wat dat is, in de loop van de tijd’. Want een eenvoudige definitie beantwoordt deze vraag niet. Een uitleg beantwoordt deze vraag niet. Een naamkaartje beantwoordt deze vraag niet. Jezelf verklaren dat je dit of dat bent, beantwoordt deze vraag niet. Dit is de terugkeer naar het leven. Dit is terugkeren naar wat werkelijk het leven in jezelf is en werkelijk het leven in de wereld is.

Alles in de wereld speelt hier zijn rol, maar mensen hebben het erg moeilijk om hun rol te spelen. Zich bewust van hun dood, zich bewust van hun tijdelijke bestaan en alle mentale en fysieke ziekten die hieruit voortkomen; alle dwang, alle woede, alle verontwaardiging hebben geleid tot een wereld waarin de mensheid zijn rol niet speelt, waarin individuen hun rol niet spelen, waarin jij je rol nog niet speelt. Het is alsof je van een leven in duisternis en vermijden van jezelf naar een leven met een doel en betrokkenheid bij jezelf bent overgestapt. Het zorgt voor een totale revolutie, alsof je 360 graden bent gedraaid. Je bent volledig veranderd.

Gedurende deze verschuiving beginnen dingen voor je te veranderen – je waarden, je prioriteiten, wat je zoekt in je relaties, de kwaliteiten die je binnen in jezelf wilt ervaren. En terwijl je deze verschuiving[onder]neemt, terwijl je door deze overgang gaat, zie je, dat je weer een gevoel van kracht, doelgerichtheid en competentie begint te krijgen.

De angst hiervoor en alles wat daarmee samenhangt, is er nog steeds, maar wordt steeds zwakker en is nu niet meer zo overheersend. Je maakt je minder zorgen over wat er in de wereld gebeurt, wat uiteindelijk neerkomt op zorgen over je eigen voortbestaan en het verlies van je privileges en rechten en het verlies van de dingen waar je van houdt en die je waardeert. Er is een verschuiving van deze overkoepelende angst naar een gevoel van doelgerichtheid: “Wat er ook gebeurt, ik ben hier om bepaalde dingen te doen, en ik moet mijn manier vinden om die dingen te doen. Ik moet de stem volgen die me vertelt waar ik heen moet en wat ik moet doen en wat ik niet moet doen. En ik moet op de tekenen letten, en ik moet de impulsen in mezelf voelen en leren ze te onderscheiden van mijn eigen dwanggedachten of ideeën.”

Mensen hebben een heel verkeerd beeld van wat verlossing is. Ze denken dat verlossing betekent dat je je goed gedraagt en dan een beloning krijgt in de hemel. Dat is belachelijk. Je bent nog niet klaar voor de hemel. Zelfs als je gedrag zeer prijzenswaardig is, zit je nog steeds vol woede en angst en veroordeling en oordeel en conflict. Nog steeds kun je niet eens bij jezelf zijn, dus hoe kun je dan bij God zijn? Je kunt geen moment stil zijn. Hoe kun je dan een rijk van eeuwige stilte binnengaan? Je kunt jezelf niet echt effectief aan een ander geven. Hoe kun je jezelf dan aan de hele Schepping geven?

Mensen denken dat de hemel een soort beloning is voor het feit dat je een brave jongen of een braaf meisje bent, dat je je aan de religieuze voorschriften houdt of dat je gelooft wat je wordt verteld te geloven. Als dat je focus is, kun je niet terugkeren naar je Aloude Thuis. Wat ga je dan doen, voor altijd bij de poorten staan wachten?

Je bent op de wereld gekomen om een doel te vervullen. Dat doel is wat je verlossing brengt. Die dienstbaarheid herstelt je herinnering aan en gevoel voor je Aloude Thuis. Dit doel en dit bewustzijn verdrijven en verzwakken de last van de wereld die op je rust.

Als je dan succesvol bent, kijk je heel anders tegen de dood aan. Het blijft natuurlijk een angstaanjagende gebeurtenis. “Oh mijn god, wat gaat er gebeuren? Oh mijn god, ik zal er niet meer zijn. Oh mijn god, wat blijft er over? Wat gaat er gebeuren? Wat komt er daarna?” Maar in je hart voel je een gevoel van voltooiing en opluchting. “Het is oké. Ik ben klaar om verder te gaan. Ik heb gedaan wat ik hier kwam doen, naar mijn beste vermogen. Ik weet niet precies wat ik heb gedaan, maar ik heb iets gedaan en het voelt goed en ik denk dat ik klaar ben om verder te gaan met het volgende.”

Het is een natuurlijke ontwikkeling, zie je. Maar als je werk hier [niet is gedaan], leidt dat tot een ander soort angst en vertegenwoordigt het een diepere behoefte in jezelf. Het maakt namelijk wel degelijk verschil of je je doelen hier bereikt of niet. Het maakt een fundamenteel verschil in de kwaliteit en betekenis van je leven en hoe je uiteindelijk tegen de dood aankijkt. Zal de dood dan een natuurlijke en verwachte overgang zijn? Of zal hij gepaard gaan met een groot gevoel van mislukking en ontmoediging?

De terugkeer naar het leven is de terugkeer naar Kennis en de terugkeer naar het doel dat je in de wereld heeft gebracht. Dit gebeurt geleidelijk aan in vele fasen, want zo’n grote overgang maken van een persoon die een product van de wereld is naar een persoon die door God de wereld ingezonden werd, is geen cosmetische verandering van jezelf. Je herschikt niet simpelweg je garderobe.

Je moet een grote verandering in jezelf doormaken. Je moet de kracht van Kennis toepassen in je relaties, in je beslissingen, in je werk, met betrekking tot je gezondheid, waar je bent, wat je doet, met wie je bent, alles. De toepassing is overal. Je kunt niet gewoon een dwaas persoon zijn met een paar subtiele gedachten of geweldige ideeën.

Want kennis brengt verantwoordelijkheid en een gevoel van toewijding met zich mee. Hier is de echte angst of je kunt volbrengen wat je kwam volbrengen, want als je dat niet doet, zul je teleurgesteld zijn. Je zult naar huis gaan, naar je Spirituele Familie, en je zult teleurgesteld zijn. Je zult het gevoel hebben dat je reis in de wereld niet succesvol was, dat je verleid en overweldigd en overreed werd en verloren bent. Op dat moment zul je duidelijk zien wat er met je is gebeurd en wat een grote gemiste kans je leven was.

Het is nu heel belangrijk om te beseffen dat je intellect je doel niet kan bedenken. Het kan je doel zelfs niet in zijn geheel bevatten. Het kan alleen het bewijs van het doel zien. Het kan alleen de tekenen zien. Je kunt niet gaan zitten en dit uitzoeken. Als je probeert een verklaring of een filosofie te bedenken, blijf je aan de oppervlakte. Je bent niet diep genoeg gegaan. Je probeert je eigen realiteit te creëren in plaats van de realiteit te vinden die jou heeft gecreëerd, die jou stuurt en die jou ergens naartoe brengt, omdat die een plan voor jou heeft.

Sommige mensen denken dat dit leidt tot een soort passiviteit waarbij ze gewoon blijven zitten en God hen vertelt wat ze moeten doen. Maar dat is helemaal niet juist. Je moet de kapitein van je eigen schip zijn. God zal je vertellen waar je heen moet varen en wat je lading is, maar je moet je eigen geest beheersen. Je moet je gedrag beheersen. Je moet je zaken regelen. Je moet belangrijke beslissingen nemen. Je moet je leven in eigen hand nemen. Je moet je kracht, je zelfbeheersing en je focus terugkrijgen.

Mensen denken dat je gewoon als een klein kind bent, en dat God je leven regelt. Dat is gewoon een verlangen om onverantwoordelijk te zijn. “Ik laat het allemaal aan God over. Ik ga gewoon ergens rondhangen.” Hier is geen bijstand. Er is geen spirituele bijstand. Je gaat niet gewoon elke week je loon bij de hemel ophalen. Je bent hierheen gezonden om bepaalde dingen met bepaalde mensen te bereiken. Je kunt niet zomaar wat aanrommelen. Je kunt niet de bal laten vallen en de rest van je leven ergens gaan zitten. Je kunt geen idioot zijn.

Je moet serieus nadenken over wat je doet, waar je energie naartoe gaat, waar je energie verliest, de relaties die je op dit moment energie kosten, de reizen die je maakt en die nergens toe leiden, het verkeerd gebruik van je tijd, het verkeerd gebruik van je middelen, het verkeerd gebruik en de verkeerde toepassing van je liefde en aandacht.

Mensen houden van allerlei dingen die niets te maken hebben met wie ze zijn en waarom ze hier zijn. Dit bereidt hen niet voor op de Grote Golven van verandering die in de toekomst zullen komen. Mensen houden van snuisterijen. Ze houden van dingen die zo onbelangrijk zijn, en dan voelen ze zichzelf ook onbelangrijk. Ze wijden zich aan dingen die geen inherente betekenis hebben; daarom voelen ze dat ze zelf ook geen inherente betekenis hebben.

Na verloop van tijd zullen de ervaring van Kennis en de ervaring van resonantie met anderen en een gedeeld doel met anderen de dingen zijn die je het meest waardeert. Al het andere zal daarna op zijn plaats vallen. En niets anders zal echt zo belangrijk zijn, tenzij het iets vertegenwoordigt wat je hier specifiek komt doen voor het welzijn van de wereld en het welzijn van de mensheid, of het welzijn van degene die je bent aangewezen om te dienen of wat je hier ook komt doen, wat nog op je ligt te wachten om ontdekt te worden.

Wat vroeger betekenisvol was, is nu niet meer zo betekenisvol. Wat vroeger belangrijk was, is nu niet meer zo belangrijk, want die betekenis is nu gegeven aan iets dat groter en fundamenteler en authentieker en oprechter is in jezelf.

God red je terwijl je hier bent door je iets belangrijks te doen te geven. Het werd je al gegeven. Mensen bidden tot God voor allerlei dingen, maar ze verwaarlozen de echte gave van God, het echte geschenk van God, dat iets is wat hun ideeën en hun overtuigingen te boven gaat, iets wat fundamenteel is voor hun aard en de realiteit van hun Wezen.

Iedereen die ter wereld komt, raakt verdwaald in de wereld. Je eerste taak is om je weg terug te vinden, om uit die staat van verdwaald zijn, van zonder basis zijn, te komen, als een stuurloos schip dat gewoon overal heen wordt geblazen. Je moet je oriëntatie terugvinden. Je moet terugkomen en luisteren naar je diepere ervaring.

Daarom is een van de eerste dingen die je leert bij het volgen van de Stappen naar Kennis, stil en opmerkzaam te worden, zodat je je diepere ervaring kunt gaan ervaren. Anders wordt alles overschaduwd door je hectische gedachten en je hectische gedrag, je liefdes, je passies, je hobby’s, je obsessies, je conflicten, je grieven, je campagnes. Er is dan geen tijd om de diepere stroom van je leven hier te ervaren.

De Nieuwe Boodschap van God biedt een manier om je relatie met je oude Kennis te herstellen, en daarmee ook het doel dat je hierheen heeft gebracht en de richting die je werkelijk moet volgen. Want de belofte van verlossing zou niets betekenen als de middelen om die te bereiken niet zouden worden verschaft. En die zijn verschaft. Ze zijn door de eeuwen heen ook via religies verschaft, maar mensen lijken de diepere betekenis hiervan niet te begrijpen.

Religie is een soort troost geworden, een soort toevluchtsoord. Het wordt niet gezien als een vereiste. Het wordt niet gezien als een verantwoordelijkheid. Veel mensen nemen het niet serieus. Het is gewoon een onderdeel van wat ze in de wereld consumeren. Dus gebruiken ze haar als troost, als geruststelling, maar ze zien niet in dat ze eigenlijk een grotere verantwoordelijkheid met zich meebrengt. En die verantwoordelijkheid ligt in wezen bij Kennis, niet bij wetten, verordeningen en regels die geen Kennis vertegenwoordigen.

Mensen proberen God te behagen. Ze bidden tot God. Ze aanbidden God. Ze vallen op hun knieën. Ze geselen zichzelf. En ze denken dat dit een veroordelende, boze God tevredenstelt, of dat dit een God behaagt die behaagd moet worden, een God die aanbeden moet worden. Dit is de God die zij hebben uitgevonden.

De ware God wordt erkend wanneer je begint te reageren op wat God in je heeft gelegd, en wanneer je uitvoert wat God je in dit leven heeft gegeven om uit te voeren. Dat is de ware betekenis van religie. Dat is ware spiritualiteit. Dat is hoe je dicht bij God komt. Dat is hoe je God behaagt. Al dat gekletter en geknal en aanbidding – als dat de herinnering aan God en het gevoel van verantwoordelijkheid jegens God doet herleven, dan is dat heel goed. Maar voor veel mensen is het gewoon een hoop lawaai en gedoe.

Je fundamentele verbintenis met God bestaat uit het terugkeren naar Kennis; het vinden van je weg terug vanuit een verdwaalde toestand in de wereld; het leren stil en opmerkzaam te zijn; het leren je over te geven, nederig te zijn; het leren om, zelfs al is het maar voor even, je ambities, je doelen, je stuwende behoeften, je verplichtingen opzij te zetten – om dieper te luisteren.

God heeft geen aanbidding nodig, maar God heeft wel nodig dat je uitvoert waarvoor je hier bent gekomen, en dat je in de loop van de tijd leert hoe je dit moet doen; en dat je niet zelf een reis bedenkt; en dat je niet doet alsof je het begrijpt als je het niet begrijpt; en dat je niet onverantwoordelijk of passief bent, maar deze voorbereiding ondergaat, deze terugkeer naar je Bron en je kracht, je doel en je richting. Dit is de terugkeer naar het leven.

Als je niet kunt terugkeren naar het leven hier in deze wereld, ben je niet vooruitgegaan; je hebt geen vooruitgang geboekt. Je zou naar huis kunnen gaan, naar je Spirituele Familie, maar je zult terug willen komen. Je zult de noodzaak ervan inzien. Het zal je duidelijk worden. Je zult je niet laten misleiden door de wereld. Je zult niet worden verteerd door de wereld. Je zult niet worden geterroriseerd door de wereld. Je zult gewoon zien wat er moet gebeuren, en je zult weer mee willen doen, begrijp je. Je wilt terugkomen om te doen waarvoor je hierheen bent gekomen, om je Aloude Thuis opnieuw te ervaren terwijl je in de wereld bent, om dicht bij de waarheid te blijven die in je leeft, de grotere realiteit van Kennis.

De aanwezigheid van Kennis leeft in jou. Het zit achter de stilte die je ervaart als je eindelijk tot rust komt. Het is tien stappen verwijderd van de duisternis die in je geest leeft, de duisternis die slechts leegte is onder het niveau van je hectische denken en je vaste overtuigingen. Kennis is er gewoon, een krachtige Aanwezigheid, een Aanwezigheid die niet is gecorrumpeerd door de wereld, die niet wordt misleid door de wereld, die niet bang is voor de wereld, een Aanwezigheid die weet wie ze is, waarom ze hier is, die zich zal richten op het bepalen van een richting en het vervullen van bepaalde behoeften.

Je leeft op twee niveaus: het leven waarin je denkt en het leven waarin je weet. Terugkeren naar het leven dat je kent, staat voor verlossing, terugkeer naar God, en naar heelheid en integriteit in jezelf. Als je in deze richting kunt bewegen, dan is de dood slechts een overgang. Die zal je nog steeds nerveus maken. Je zult hem misschien nog steeds vermijden, maar hij heeft nu niet meer zo’n groot gewicht. Hij beheerst je leven niet meer. Hij overweldigt je niet meer op elk moment. Hij is niet meer als een donkere wolk die boven je hangt bij alles wat je doet.

Overal ter wereld zijn mensen depressief omdat ze geen verbinding hebben met Kennis. Ze hebben de oppervlakkigheid en tijdelijkheid van menselijke verworvenheden en menselijk succes ingezien, maar ze hebben niets om dat te vervangen, en dus voelen ze zich leeg. Ze voelen dat hun leven geen echte richting heeft. Ze zijn leeg.

Als je volledig betrokken bent bij je leven, heb je gewoon geen tijd voor bepaalde persoonlijke uitspattingen. Je hebt geen tijd om je constant zorgen te maken over jezelf, over je geluk, over je gedachten, over al die dingen. Daar is gewoon geen tijd voor. Je bent ergens anders mee bezig.

God heeft je iets belangrijker te doen gegeven, en dat doe je ook, en dat kost je veel tijd en energie, zie je. Je hebt gewoon geen tijd om terug te vallen in die oude donkere plekken. Je hebt geen tijd om het huis in te gaan en in een sleur terecht te komen, want je leven gaat door. Jij gaat door.

Dus in welke omstandigheden je je ook bevindt, vraag jezelf af: “Hoe kan ik Kennis in mezelf vinden? Wat moet ik nu doen om Kennis in mezelf te vinden? Hoe kan ik terugkeren naar de ware zekerheid die in mij leeft, de zekerheid die uit God voortkomt? Wat moet ik op dit moment in mijn leven doen om mezelf te bevrijden, om deze dingen te ontdekken?“ Stel jezelf de vraag: “Waar verlies ik energie aan andere mensen of aan andere activiteiten?” Stel jezelf de vraag: “Aan wie ben ik verplichtingen verschuldigd en zijn die verplichtingen juist en werkelijk gepast?”

Zoek een plek waar je tot rust kunt komen. Leer de Stappen naar Kennis die God je heeft gegeven. Gebruik ze. Pas ze toe. Volg ze geduldig. Je leven zal niet in een dag, een week of een maand veranderen, maar het zal wel ingrijpend veranderen als je doorgaat.

De ervaring van Kennis is niet simpelweg het hebben van een hele reeks nieuwe ideeën, een andere levensvisie. Het is meer alsof er openingen in je geest ontstaan, waardoor grotere boodschappen tot je kunnen komen, waardoor je de tekenen van de wereld kunt interpreteren en zien, waardoor je naar je eigen ervaring kunt luisteren.

Als de geest als een kamer zonder ramen is, kan er niets binnenkomen. Je zit erin opgesloten, gevangen, een slaaf van je eigen ideeën en overtuigingen. Maar als je Kennis ervaart, is het alsof je geest vele open ramen heeft, waardoor het leven kan binnenstromen, waardoor de tekenen van het leven buiten jezelf tot je kunnen spreken en je weer kunnen betrekken en verfrissen. Je kunt die ramen openen en sluiten wanneer je dat nodig hebt, maar ze zijn er, en ze laten je naar buiten kijken. Ze laten je het leven en de wereld buiten jezelf zien.

Want alle lijden komt voort uit zelfobsessie. Je kunt aan dit lijden ontsnappen door iets te dienen dat groter is dan je wereldse geest, door deel uit te maken van iets dat groter is dan je kleine persoonlijke realiteit, en door betere relaties met andere mensen aan te gaan, die verder gaan dan de wanhopige pogingen om plezier en romantiek te vinden die je overal om je heen ziet.

Het is tijd om terug te keren naar het leven. De wereld heeft je nodig. God heeft je nodig. Je moet je houvast en je ware fundament vinden en je leven op dit ware fundament bouwen en de Stappen naar Kennis zetten, die je zullen voorbereiden op een toekomst die anders zal zijn dan het verleden en die de greep van de wereld op jou – op je geest, je ervaringen, je emoties en je omstandigheden – zal verzwakken.

Dit is de reis terug. Dit is wat je zal herstellen tot wie je was voordat je in de wereld kwam, tot wat je zult zijn nadat je de wereld verlaat en tot wie en wat je hier nu moet zijn.